Bron: Nieuwe Oogst Akker- & Tuinbouw – 6 MEI 2017
Door: Han Reindsen
Dat blijkt uit metingen die in het kader van het Steenmeelproject Veenkoloniën zijn uitgevoerd. Steenmeel is fijngemalen silicaatgesteente van magmatische oorsprong. Het product is ontstaan door vulkaanuitbraken 400 miljoen jaar geleden in bergachtig gebied.
Vulkaangesteente heeft naast een hoog gehalte aan aluminium, kalium, calcium en magnesiumsilicaat die in de bodem worden omgezet in secundaire silicaten als klei en andere verbindingen van het klei-humuscomplex. Ook bevat het een rijke samenstelling aan sporenelementen die noodzakelijk zijn voor de gezondheid van planten.
Voedingstoffen
Na het aanbrengen van steenmeel in de bodem treedt een versnelde verwering op waarbij minerale voedingstoffen voor het gewas vrijkomen. Volgens bodemvruchtbaarheidsdeskundigen vormen bodemmineralen de kapstok voor tal van nuttige processen in de bodem en zijn ze een onderschatte en vergeten schakel bij het in stand houden van duurzame landbouwproductie.
Bieten lijken de nutriënten wel op te nemen, maar dit leidt tot meer loof en loof met hogere gehalten nutriënten en sporenelementen
Bemesting met steenmeel stimuleert het bodemleven, stabiliseert de organische stof, versterkt de langetermijnlevering van alle nutriënten (behalve stikstof) en verhoogt structureel de uitwisselingscapaciteit van nutriënten in de bodem.
Mineralen
Steenmeel vult het ‘voorraadvat’ van mineralen in de bodem aan dat door bodemverwering op een gegeven moment grotendeels is verdwenen. De afwezigheid daarvan vormt een belangrijke oorzaak van bodemproblemen, verhoogde ziektedruk en afnemende vitaliteit en kwaliteit van gewassen.
Het programma ‘Agenda voor de Veenkoloniën’ vormde de kapstok voor het Steenmeelproject Veenkoloniën. Dat startte in 2013 en de resultaten daarvan zijn op 7 maart aan de deelnemers van het project gepresenteerd.
Vrijwel alle gewassen
Steenmeel kan een versleten bodem repareren en vruchtbaarder maken. Het gemalen vulkanisch gesteente blijkt voor vrijwel alle gewassen uit het veenkoloniaal bouwplan namelijk positieve resultaten op te leveren. Bij aardappelen, tarwe, gerst, mais en grasland werden betere opbrengsten gerealiseerd.
De waarnemingen in zetmeelaardappelen, suikerbieten en grasland zijn in de periode 2013-2015 bij negen deelnemers uitgevoerd. Bij zetmeelaardappelen is de opbrengst in kilo’s toegenomen van -4 tot 25 procent, terwijl de zetmeelopbrengst een stijging van -4 tot 26 procent liet zien, zo blijkt uit het onlangs verschenen eindrapport over het Steenmeelproject Veenkoloniën.
Suikerbieten
Bij suikerbieten was het beeld minder duidelijk en waren de verschillen minder groot. Gebruik van steenmeel levert een wisselend beeld op: van enkele procenten in de min tot enkele projecten in de plus. ‘Bieten lijken de nutriënten wel op te nemen, maar dit leidt tot meer loof en loof met hogere gehalten nutriënten en sporenelementen’, aldus de onderzoekers.
Bij gras zijn er forse verschillen, zowel in kwantiteit als kwaliteit, maar meestal is het resultaat positief. De verschillen hebben volgens de onderzoekers onder andere te maken met de terugkerende regelmatigheid in de groei van gras: na een zware snede volgt automatisch een lichtere door hergroeivertraging.
Richtinggevend
In de eindrapportage over het project benadrukken de onderzoekers dat het gaat om voorlopige conclusies. Veranderingen in de bodem vragen veelal tijd. De projectperiode van 2013-2016 is te kort om harde conclusies te trekken. De resultaten zijn daarom richtinggevend. Wel is het zo dat het project de hypothesen over de belangrijke functies van mineralen in de bodem ondersteunt.
Uit de waarnemingen komt onder andere naar voren dat de fosfaatopname door de gewassen in het algemeen duidelijk hoger is bij toepassing van gesteentemeel. ‘Dit is opmerkelijk, aangezien gesteentemeel geen of weinig fosfor bevat. Blijkbaar worden er secundaire biologische en/of chemische processen in gang gezet’, aldus het rapport.
Nutriënten
Uit de analyses van nutriënten en sporenelementen in de gewassen en de oogstopbrengsten blijkt dat steenmeel over het algemeen leidt tot een hogere nutriëntenlevering per hectare. De gehalten nutriënten en sporenelementen verschillen per soort steenmeel.
In het project zijn drie soorten steenmeel gebruikt: Bio-lit, Actimin-BT en Basa Box. De verschillen in de snelheid van presteren zijn medeafhankelijk van de mineralogische samenstelling van de producten. Actimin-BT, met een hoger gehalte verweerbare mineralen en sporenelementen, liet over het algemeen betere resultaten zien dan Bio-lit.
Proef op één perceel
Op een perceel waar begin 2013 eenmalig twee verschillende steenmeelproducten zijn opgebracht, valt op dat in het vierde jaar het steenmeel dat in het eerste jaar achterbleef (Basa Box) inmiddels bijtrekt en vergelijkbaar presteert met het andere steenmeel op het perceel (Bio-lit). In de nutriëntenlevering is het zelfs beter.
Steenmeel is zeker niet alleen van belang voor de nutriëntenlevering. Een recente publicatie in Nature Communications schetst het belang van mineralen in de bodem voor de opbouw van stabiele organische stof. Hieruit blijkt dat voor de opbouw van stabiele organische stof in de bodem drie aspecten van belang zijn: bodembiologie, mineralen en suikers.
Organische stof
Uit recent onderzoek komt naar voren dat organische stof van groenbemesters, gewasresten en drijfmest een beperkte rol spelen bij de vorming van stabiele, kwalitatief hoogwaardige, organische stof in de bodem. Het gaat om instabiel organisch materiaal dat een rol speelt bij de nutriëntenvoorziening van het volgende gewas, maar niet zorgt voor de opbouw van stabiele organische stof. Meer dan de helft van de koolstof in dit jonge organische materiaal verdwijnt als CO2 naar de lucht.
Stabiele organische stof (humus) is essentieel voor het in stand houden of herstellen van de ecosysteemdiensten van de bodem, maar staat onder druk doordat de bodembiologie veelal slecht ontwikkeld is en de bodem mineralogisch is uitgeput. Gebruik van steenmeel kan een oplossing bieden.
Gangbare middelen
Het verlies aan mineralogische rijkdom van de bodem is niet te herstellen met gangbare middelen als kunstmest, drijfmest, kalk of groenbemester. De minerale vitaliteit van de bodem kan slechts worden gerepareerd met behulp van steenmeel. Het Steenmeelproject Veenkoloniën bevestigt dit.
Voor statisch betrouwbare uitspraken zijn meer onderzoek en analysegegevens nodig. Het gaat om voorlopige conclusies omdat het een demonstratieproject betreft dat beperkt was in tijd en middelen, aldus de onderzoekers.